Wéér politie, wéér een ambulance en wéér was Ruud in de buurt. De paniek sloeg in als een bom. Waar was hij in terecht gekomen? Het leek werkelijk een horrorfilm. Deze keer heeft hij wel rustig kunnen vertellen waarom hij hier was. Wat zijn beweegredenen waren om de moeder van Suus op te zoeken. Dat moest toch plausibel overkomen op de politie? Of zou het hem in een nog slechter daglicht plaatsen? “Oh mijn god”, dacht Ruud, “volgens mij wordt het tijd voor een advocaat”. Hierin had hij begeleiding nodig. Het was immers al meteen duidelijk dat hij weer mee moest naar het bureau.
De moeder van Suus had de aanval op haar niet overleefd. “Wie doet zoiets onmenselijks?”, mijmerde Ruud. Wist hij het antwoord maar. De aanslag op Suus en haar moeder zullen vast iets met elkaar te maken hebben. Dat kan niet anders. Maar vanaf nu is het aan de politie om dit verder uit te zoeken. Hoe graag Ruud ook zelf voor detective zou spelen, hier kon hij geen verdere rol van betekenis in spelen. Dit was té erg, té aangrijpend en té onwerkelijk.
Momenteel had Ruud maar één wens en dat is duidelijk maken dat hij hier niks mee van doen had. Dat hij niet de dader was van deze gruwelijke misdaden. Dat hij alleen maar het beste voor had met Suus en natuurlijk met haar moeder. Dat hij ongewild in deze film terecht is gekomen. Ineens duizelde alles hem. Ruud wankelde op zijn benen. Een agent stond gelukkig in de buurt en kon hem opvangen. Even werd alles zwart om hem heen……wel een prettig gevoel eigenlijk…….
Ruud werd wakker in de ambulance, waar ze hem ter controle maar even in hadden gelegd. Het ging alweer wat beter met hem. Na een slokje water mocht hij langzaam weer omhoog komen en kreeg hij te horen dat hij mee moest naar het bureau voor verder verhoor. Ruud snapte het. Hij moest nu kalm blijven en erop vertrouwen dat alles wel goed zou komen. Hij had het niet gedaan en dat zou de politie uiteindelijk ook inzien.
Éénmaal aangekomen op het politiebureau merkte Ruud meteen dat het serieus werd nu. Dat ze hem deze keer niet zomaar naar huis zouden sturen. Dat hij waarschijnlijk wel in voorarrest werd geplaatst. Voordat hij er erg in had, leegde hij zijn volledige maaginhoud in de verhoorkamer. Ook dat nog………
Ruud werd in de gelegenheid gesteld om een advocaat te regelen. Gelukkig wist hij de naam van het kantoor waar zijn werkgever zaken mee deed. Geld speelde even geen rol. Hij wilde naar huis en het liefst de komende maanden onder zijn dekbed wegkruipen om weer boven water te komen als alles was opgelost. Als alles weer als vanouds was. Helaas zal dat nooit gebeuren. Toen hij zich dat realiseerde rolden de tranen over zijn wangen. Voor het eerst. Hij kon het niet meer tegenhouden en liet het maar gaan……wat een puinhoop was zijn leven ineens. Hoe kun je in zo’n onrealistische film terecht komen terwijl je totaal onschuldig bent? Een kwestie van op het verkeerde moment op de verkeerde plek zijn.
Hij had ook kunnen wegrennen bij het huis van de moeder van Suus en vervolgens kunnen doen alsof hij er nooit was geweest. Hij had het even overwogen, maar dat kon hij niet. Stel je voor dat het mensje nog had geleefd. Dan had hij voor zijn gevoel wel een moord gepleegd als hij geen hulp had ingeschakeld. Dit alles zou hij de politie toch wel duidelijk kunnen maken? Als hij de dader zou zijn geweest, had hij in beide gevallen toch gemaakt dat hij wegkwam? Dan had hij toch niet vervolgens hulp ingeschakeld en de politie gebeld???? Bij deze gedachte werd Ruud al wat rustiger. Het zal wel goed komen. Het moest wel goed komen.
Ondertussen had Jeroen de tijd van z’n leven. Hij was er inmiddels achter gekomen wat zich rondom Suzan had afgespeeld. Hij wist dat haar moeder de overval niet had overleefd. Wat kan het toch verrekte handig zijn om wat vriendjes bij de politie te hebben. Wat hij alleen niet had kunnen achterhalen is of Suzan nog leefde. Daar was geen enkele informatie over beschikbaar. Tenminste…..niet op het niveau waar zijn vriendjes bij de politie werkten. Steven zat in de problemen. Diep in de problemen. En Jeroen ging daar nog eens een schepje bovenop doen. Wat kon het leven soms toch ineens een rare mooie wending maken…….
“Schaakmat Steven!”, riep Jeroen hardop.