Vanmiddag is het weer zover. Over een uurtje word ik samen met Dochter en Zoon bij de tandarts verwacht. De tandarts is een vrouw. Een hele lieve vrouw die heel goed met kindjes overweg kan. Behalve……ja u raadt het al……behalve met Zoon. Een half jaar geleden heb ik zoon meegenomen en dat was net na z’n operatie aan neusamandelen en oortjes. Totaal niet bij nagedacht en achteraf superstom. Het kind sloeg meteen dicht bij het zien van de stoel, de lampen en de witte tandartskleding. De associatie met pijn aan de neus/keel/oortjes was snel gelegd. Met geen mogelijkheid kregen we zoon zover dat hij zelfs maar z’n mond open deed. Hij hoefde niet in de stoel, als ze maar eventjes mocht kijken. Nou vergeet het maar……….al beloofde ik hem alle speelgoedauto’s in de speelgoedwinkel……hij wilde maar één ding……zo snel mogelijk naar huis! Dochter niet. Dochter is een bikkel, die gaat al vanaf haar 2e jaar gewoon in de stoel. Die vindt het allemaal geweldig interessant. Wat wel te maken zal hebben met de ingebouwde natuurlijke nieuwsgierigheid van vrouwen. 3 Maanden geleden hebben we het nogmaals met Zoon geprobeerd, maar ook toen kwamen we niet verder dan een stampvoetende, huilende Zoon die naar de tandarts riep: “Ik hoesse nie tandjes telle!!!”. U begrijpt dat ik zeer benieuwd ben wat het zometeen weer gaat worden. Ik vermoed dat het niet veel anders zal lopen dan de vorige keer. Ik vrees dat hij ook deze keer niet omkoopbaar is!
Update 19h30: Zoon is dus hartstikke omkoopbaar! Het eerste wat meneertje tegen de tandarts zei was: “ik krijg ‘n kadootje als ik tandjes doe tellen”. Hij wist vervolgens niet hoe snel hij op de stoel moest klimmen en heeft zich keurig gedragen!! Dat heeft’ie dan waarschijnlijk wel van mij…..