“Er staan hier nog een doos en een koffer met spullen van jou op zolder!” zei Mam dit weekend. “Oh?!?”, was m’n reactie. “Wil je die nu misschien mee hebben?” stelde ze voor, “is leuk voor Senna”. “Ja, en fijn voor jou”, dacht ik bij mezelf, “is eindelijk die rotzooi van jullie zolder af”. Werd ook wel een keertje tijd. Ik ben immers al 17 jaar het huis uit. En toen….en toen…..toen kwamen die spullen naar beneden. Wat een jeugd-sentiment. Knutselwerkjes van de kleuterschool, rapport van de kleuterklas (nu groep 2), poesie-album, leesboeken, oude schoolboeken en een doos vol met spelletjes. “Oh, mam, kijk hier” en “Oh, mam, kijk daar”, ging het de hele tijd. En Senna? Nou, die kon haar geluk niet op……zoveel nieuwe onbekende spulletjes. Vooral mijn primitieve knutselwerkjes vond ze erg interessant. En toen vond ik ineens m’n oude dagboek tussen alle boeken. Het zat op slot. “Ik weet alleen niet waar het sleuteltje is”, zei m’n moeder, die dus duidelijk het dagboek ook al had gevonden. Éénmaal thuis vond ik de sleuteltjes onderin de doos met boeken. Man had al voorgesteld om het slotje open te breken. Hoezo nieuwsgierig??? Natuurlijk wilde ik eerst zelf eens teruglezen wat voor onzin ik destijds op papier krabbelde. Het dagboek dateert uit 1985, 1986. Vet in m’n tienerjaren en superverliefd op m’n eerste grote liefde. Het staat er allemaal in. De onzekerheid, de uitbundigheid, het tienerverdriet, heel raar om terug te lezen en heel persoonlijk. Enkele passages heb ik hardop aan Man voorgelezen, waaruit hij concludeerde dat het schrijven er toen al in zat. En ik denk dat’ie gelijk heeft…………..