Zo! 2 Dagen na het voorval in de Efteling, ben ik eindelijk een beetje van de schrik bekomen. Sjongejonge wat kun je in je rats zitten als één van de kids ineens spoorloos blijkt. En eerlijkgezegd verwachtte ik dit eerder van Zoon dan van Dochter. Dochter blijft ondertussen al goed bij ons in de buurt en als ze wel even ergens heenloopt houdt ze ons goed in de gaten. Zoon daarentegen loopt als een kip zonder kop op alles af wat z’n interesse trekt. Zonder ook maar na te denken over het feit dat wij dat wel eens niet kunnen zien. Ik probeer dan ook altijd heel goed op te letten waar mijn kroost allemaal uithangt. Dat dit dan uitgerekend mij moest overkomen, kon ik maar moeilijk begrijpen. Ik heb nu dus wel geleerd dat het in een fractie van een paar tellen gebeurd kan zijn.
We waren al onderweg naar de uitgang, toen Dochter ter hoogte van de Pandadroom riep dat er jonge eendjes zwommen. Zo schattig. We stonden dus even te kijken. Man, Zoon en ik. Zo’n 2 meter van Dochter verwijderd. In mijn ooghoeken zag ik steeds het rode jasje wat ze aan had. Toen ik echter opkeek, bleek er een ander kindje in dat rode jasje te zitten. Schrik. “Waar is ze?”, dacht ik eerst. Voorzichtig waarschuwde ik manlief, die net als ik eerst nog dacht dat Dochter een grapje met ons uithaalde en achter één van die groene vuilnisbakken was gaan zitten. Een rondje van Man langs alle vuilnisbakken leerde ons snel dat dat niet het geval was. Ze was écht foetsie. Nog redelijk rustig vermoedde ik dat ze al doorgelopen moest zijn richting de uitgang. We besloten dat ik met Zoon zou wachten bij de uitgang van Pandadroom en dat Man zou gaan kijken. Al snel kreeg ik een telefoontje dat hij haar bij de uitgang nergens kon vinden. Ook niet in het winkeltje. Toen ik opperde dat hij dan maar even bij de auto moest gaan kijken, antwoordde hij dat hij zeker niet verwachtte dat ze daarheen zou zijn gelopen. Had hij nu maar wel even daar gekeken, maar ja, dat is achteraf.
Éénmaal terug bij mij, is hij nog in de winkel van Pandadroom gaan kijken en is hij nog de andere kant opgelopen. U begrijpt dat mijn hart aardig in mijn keel klopte en dat er al allerlei scenario’s door mijn hoofd spookten.
Het zal ongeveer 20 minuten zijn geweest totdat we een verlossend telefoontje kregen van een vriendin, die toevallig bij de uitgang stond. Ze was, nadat ze de auto niet had kunnen vinden, toch maar teruggelopen naar de ingang. Daar zag ze F. en vertelde dat ze ons kwijt was. F. belde mij en zodra ik haar naam zag, slaakte ik een zucht van verlichting. Ik wist intuïtief dat het toen goed zat, dat Dochter bij haar was.
Op de vraag wat ze had gedaan als F. daar niet was geweest, antwoordde ze “dan had ik tegen de mevrouw van de Efteling gezegd dat ik jullie kwijt was”. Dat vonden we een goed plan. Maar voor de volgende keer hebben we toch maar afgesproken dat ze niet meer in d’r ééntje door de poortjes van de uitgang moet gaan.
Het is natuurlijk een belachelijk idee……een 7-jarig meisje met een mobieltje…….maar ik kan u verzekeren dat ik gedurende die 20 minuten maar wat vaak heb gedacht “had ze nu maar een GSM! Dan kon ik haar gewoon bellen!”.
Categories