Categories
Verhalen

Korte verhalen deel 4 – Verdachte

Ruud ijsbeerde op en neer door de verhoorkamer. Hij was meegenomen naar het politiebureau. Het lukte hem lange tijd niet om ook maar één woord over zijn lippen te krijgen. Niet zo raar dat hij als verdachte werd aangemerkt. Het werd hoogtijd dat hij zichzelf herpakte, zodat hij kon vertellen wat hij had gezien en zodat hij duidelijk kon maken dat hij niks met de aanslag op Suus te maken had. Wat had hij eigenlijk gezien? Feitelijk niks. Hij was bijna ondersteboven gereden door de één of andere idioot en zag vervolgens Suus op de grond liggen.

Suus…….hoe zou het toch met haar zijn? Ze is afgevoerd per ambulance. Niet met een lijkauto. Dat kon hij zich nog wel herinneren. Dat moet een goed teken zijn. Toch? Oh….wat hoopte hij op een wonder. Het enige wat er nog toe deed was dat Suus het moest overleven. Waar zouden ze haar heen gebracht hebben? In welk ziekenhuis zou ze zich bevinden? De politie liet er tegenover hem niks over los. Een raar gevoel van angst overmeesterde hem. Hij zal ze toch wel kunnen overtuigen van zijn onschuld? Stel je voor dat hij hier zou moeten blijven. Dat hij niet naar huis zou mogen. Hij was ondertussen een paniekaanval nabij.

Even later kwam de agente van vannacht de verhoorkamer binnen, samen met een nors uitziende man. Recherche bleek later. Ze hadden nog wat vraagjes voor hem. “Geen punt”, had hij geantwoord, “Laat maar horen wat jullie van me willen weten!”. Ruud vertelde stap voor stap hoe de avond was verlopen en wat hij had gezien. Ook heeft hij verteld wat hij wist over haar verleden. Misschien deed het er niet toe, maar een onbestemd onderbuikgevoel gaf aan dat het er wellicht toch iets mee te maken had. Ruud realiseerde zich ook dat het stukje wat Suus hem had verteld niet erg veel informatie voor de politie was. Ze had hem wel eens uitgelegd dat ze met de verkeerde man in aanraking was gekomen en dat die man haar diep in de problemen had gebracht. Maar namen kon hij de politie niet geven. Ook geen woonplaats. Eigenlijk wist hij niks concreets te vertellen. Gelukkig liet de politie hem uiteindelijk wel gaan, maar hij werd verplicht in de buurt te blijven en zich op verzoek direct weer te melden voor verder verhoor. “Nog steeds één van de verdachten dus…”, dacht Ruud. Hij zei het niet hardop.

Naar huis, even rusten en vervolgens op zoek naar Suus. Dat was wat hij wilde doen. De politie gaf hem nog steeds niet door in welk ziekenhuis ze zich bevond. Ineens kreeg hij vreselijke buikpijn. Hij realiseerde zich dat hij waarschijnlijk niet in de buurt van Suus mag komen en mocht ze nog leven dat haar ziekenhuis kamer wel eens kon worden bewaakt. Mijn hemel……..waarin was hij nu weer verzeild geraakt. Hij! De altijd brave Ruud! Het leek wel een film waarin hij was beland. Zo onwerkelijk.

Hij mocht niet in paniek raken. Hij moest helder blijven denken. Hoe kon hij de recherche overtuigen dat hij niets maar dan ook niets met de aanval op Suus te maken had? Ineens had hij een idee! Hij zou de moeder van Suus gaan opzoeken. Daar was hij al eerder samen met Suus op bezoek geweest, dus hij wist waar ze woonde! Misschien dat hij wat meer informatie van haar kon krijgen omtrent het verleden van Suus. Misschien wist ze zelfs wel een naam van de persoon die het haar zo moeilijk heeft gemaakt een aantal jaren terug.

Ruud twijfelde geen moment. Hij sprong in de douche, liet het huis nog in dezelfde staat achter als gisteravond. Een flinke puinhoop dus, maar dat was nu even niet belangrijk. Hij reed met een veel te hoge snelheid richting Utrecht. Gelukkig wist hij nog precies waar het was en hoefde hij niet te zoeken naar het adres. Wat als de politie inmiddels ook daar was gearriveerd? Niet zo vreemd dat ze ook daar op bezoek zouden gaan. Er zal inmiddels al wel een heel recherche team bezig zijn met deze poging tot doodslag op Suus. Zo noemde de politie het: “poging tot doodslag”. Dat hield volgens Ruud in dat ze nog in leven zou zijn. Een koude rilling liep over zijn rug toen hij het pad naar de voordeur van de moeder van Suus opliep.

De bel galmde hard door de kleine hal van de seniorenwoning. Er was geen politieauto te bekennen in de straat. Ruud wachtte 5 minuten en drukte nogmaals op de bel…..zonder resultaat. Misschien hadden ze haar ook meegenomen naar het bureau of was ze in het ziekenhuis bij haar dochter. Natuurlijk!! Iedere moeder zou meteen richting haar dochter gaan! Ruud wilde het pad weer aflopen richting zijn auto, toen hij dacht iets te horen. Hij keek toch nog even door het raam de woonkamer in…… Wat hij daar zag, liet hem duizelen. Hij moest zich vasthouden aan de vensterbank om niet tegen de vlakte te gaan. Hij wilde schreeuwen maar zijn stem stokte in zijn keel. Daar lag iemand op de grond. Haar gezicht kon hij niet zien, maar dat het helemaal foute boel was, was hem heel duidelijk…………..