Categories
Verhalen

Korte verhalen deel 2 – Opgeruimd staat netjes

Hij balde zijn vuisten en wist met zichzelf geen raad. Woest was hij. Wat dacht ze wel!!!! Dat hij haar niet meer zou kunnen vinden? Heel zijn ziel en zaligheid had hij in haar gestoken! Hij hield van haar. Op een speciale manier…..dat wel.

Steven ijsbeerde door woonkamer van zijn appartement. Een luxe appartement in het hartje van Utrecht. Gekocht van het geld wat hij met duistere zaakjes verdiende. Alles was handel. Softdrugs, harddrugs en zelfs mensen. Maniertjes bedenken voor het witwassen van het geld wat hij daarmee verdiende, was altijd de grootste uitdaging. Maar tot nu toe lukte dat prima. Hij was tevreden met zijn leventje, kocht alles wat zijn hartje begeerde en had vrouwen in overvloed. Hij was slim, zelfverzekerd en kei hard. Zoals een zakenman in zijn ogen moest zijn.

Alleen zij…..Suzan…..zij was de enige vrouw die hem ooit had geraakt. Ze wist veel te veel van hem en dat was gevaarlijk. Toen ze er éénmaal achter kwam wat voor zaakjes hij deed, veranderde de boel. Ze werd afstandelijk en angstig. Hij kon niet anders dan zijn autoriteit doen gelden. Hij was de baas in huis. Dat had hij haar meteen heel duidelijk gemaakt. Hij had haar opgesloten, vernederd, uitgeleend aan zijn vrienden en zelfs geslagen. Ze moest weten dat er met hem niet te sollen viel. Ze moest en zou bij hem blijven en haar mond houden.

Nooit maar dan ook nooit was hij moord, mishandeling of afpersing uit de weg gegaan, maar het gezicht van Suzan……de angst die daarin te lezen stond als hij weer doordraaide, dat zal hij nooit vergeten. Ze was bijzonder en het deed hem pijn dat hij haar uit de weg moest ruimen. Al zou hij dat nooit toegeven aan wie dan ook. Tegenover vrienden was ze gewoon nummer tweehonderd-zoveel in de rij. En ze was gevaarlijk.

Maar oh wat deed het hem veel toen hij haar gisteren zag. Op haar fiets. Hij kon zich nog net inhouden om haar domweg van haar fiets te rijden. Dat was wel de makkelijkste weg geweest, maar hij wilde haar gezicht zien. Hij wilde dat ze wist wie ze voor zich had. Bovendien was het risico te groot dat ze het alsnog zou overleven. En dan was hij de lul. Ze moest dood. Dat was de enige manier waarop hij zijn zaakjes veilig kon stellen.

Om uit te vinden waar ze was, viel nog niet mee. Ze had een andere naam aangenomen. Hij heeft hemel en aarde moeten bewegen om die boven water te krijgen. Het afpersen van een aantal ambtenaren was zonder resultaat gebleven. Misschien wisten ze het echt niet, daar was hij niet achter gekomen. Gelukkig leefde haar moeder nog. Hij had dat stuk aan zijn personeel overgelaten. Dat kon hij niet zelf. Een oud mensje bedreigen of zelfs in elkaar slaan. Zijn mensen deinsden nergens voor terug. Die hadden het klusje geklaard. Voor zover hij wist, leefde ze nog. Al had hij voor haar misschien beter kunnen hopen van niet. Als het nieuws van haar dochter haar zou bereiken, zou ze het zichzelf eeuwig kwalijk nemen dat ze haar nieuwe naam had prijsgegeven.
De dood van haar dochter had zij op haar geweten……

Steven bleef maar ijsberen. De boosheid ebde niet weg uit zijn lijf. Wat was dat toch met hem? De klus was toch inmiddels geklaard? Ze was opgeruimd. En opgeruimd staat netjes. Was hij onvoorzichtig geweest? Had hij iets over het hoofd gezien?
Hij kon zijn onrust niet verklaren……..

Het geluid van de deurbel galmde door zijn appartement. Steven liet het gaan en deed niet open…….eerst moest hij het verband aan zijn oog verschonen! “Auw”…..dat deed verdomde pijn……..”Kutwijf!” riep hij hardop.